Op eigen benen

Na jaren een activiteit geweest te zijn van Ruimte kwamen er vanaf begin 1972 langzaam stemmen op bij het toenmalige bestuur om een andere locatie te gaan zoeken waar Apollo zelfstandig en los van Ruimte haar activiteiten zou kunnen ontplooien. Er waren hiervoor twee oorzaken aan te wijzen. Ten eerste verslechterde de verstandhouding met Ruimte. Ruimte pronkte naar de buitenwereld met Apollo als zijnde een activiteit van hun, echter binnen de muren zag Ruimte Apollo alleen maar als een kostenpost. Apollo kreeg een minimale financiële bijdrage van Ruimte. Ook waren er stubbelingen over op welke avond de soos gehouden moest worden (bestuur hield vast aan de vrijdagavond). De tweede oorzaak was dat Ruimte meer en meer door de drugscene werd gedomineerd. Er werd volop gedealt en ook redelijk agressief. Om de soosruimte te bereiken moest eerst een heel cordon dealers worden gepasseerd. Daarnaast vonden er regelmatig politie-invallen plaats hetgeen de sfeer niet ten goeden kwam.

Het toenmalig bestuur besloot daarom om naar een eigen huisvesting om te zien, waar de sfeer wat minder beladen zou zijn. Er werden diverse alternatieven onderzocht zoals het COC welke destijds gevestigd waren aan de Coolsestraat, boven de NVSH aan de van Vollenhovenstraat en een zaaltje boven het vredescafé Shalom aan de Westersingel. Al deze alternatieven gingen uiteindelijk niet door waarvan de laatste om bijzondere redenen zoals Peter Gorissen in het jubileumboek ter eren van het tienjarig bestaan van Apollo uit de doeken deed: "Leo Dirk had gehoord, dat er een ruimte vrij was op de Westersingel boven het vredescafé van Simon Levi. Voorheen hadden daar een journalistencafé en een sociëteit voor ziekenhuismedewerkers gezeten. Dat was geen succes geweest, dus nu zat Levi met een lege ruimte die hij graag wilde verhuren. Hij vond het een uitstekend idee om er een sociëteit voor homofiele jongeren te vestigen. Alleen zaten we gebonden aan diverse restricties: we mochten wel dansen, maar dan met meisjes; we mochten wel zoenen, maar dan met meisjes; we mochten wel vrijen, maar dan met meisjes. Hoe kan je zo in hemelsnaam een soos voor homofiele jongeren hebben? Dat konden we hem maar niet aan zijn verstand brengen. Hij was bang dat de klanten beneden weg zouden blijven."

 

Vondelweg 22

Vondelweg 22Uiteindelijk werd op 1 december 1972 een nieuw onderkomen gevonden bij sociëteit Experience van de Humanistische jongerengroep (HJG) aan de Vondelweg 22 in de wijk Crooswijk. Aan de Vondelweg 22 was de Christelijke Prinses Irene-kleuterschool gevestigd. De humanistische jongerengroep Experience had hier een soosruimte gecreëerd. Het bleek dat de vrijdagavond daar nog niet bezet was. Besloten werd aan Apollo voor een bepaalde proefperiode de ruimte te verhuren. Nadat die proefperiode glansrijk doorstaan was, werd de huisvesting aan de Vondelweg definitief.

De sfeer was anders aan de Vondelweg was anders dan die aan de Gaffeldwarsstraat. Zoals Peter Gorissen verwoorde in het tienjarige jubileumboek: "De sfeer aan de Gaffeldwarsstraat was in het algemeen veel losser en nichteriger, omdat er veel bezoek van café Jacques kwam. Aan de Vondelweg was het veel studentikozer, vooral in het begin, ik vond het daar altijd leuker."

Met het nu volledig zelfstandig worden van ruimte zag het bestuur ook meer mogelijkheden Apollo meer als open jongerenvereniging te profileren om zo de integratie van homoseksualiteit in de maatschappij te bewerkstelligen. Ofwel een betere verstandhouding en wederzijds begrip kweken tussen homoseksuelen en heteroseksuelen.

Aan de Vondelweg zou Apollo uitgroeien als een zelfstandige vereniging met vallen en opstaan zoals dat erbij hoort.

 

Koninklijke goedkeuring

koninklijke goedkeuringVanaf de oprichting was Apollo een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid. Dat wil zeggen dat Apollo niet onder eigen naam overeenkomsten aan kon gaan en eigen schulden en bezittingen kon hebben maar feitelijk een verlengstuk was van het bestuur en de leden. Dit maakte het zeer lastig voor Apollo om bijvoorbeeld gemeentelijke of rijkssubsidies te krijgen. Al snel nadat Apollo zich had losgemaakt van Ruimte werd dan ook veel energie gestoken in het verkrijgen van koninklijke goedkeuring. Het verkrijgen van koninklijke goedkeuring was in die tijd (tot en met begin 1976) de enige mogelijkheid om rechtspersoonlijkheid te krijgen als vereniging. Na een ALV op 20 maart 1973 waarbij de statuten en het huishoudelijk regelement werden vastgesteld en nadat de aanvraag werd ingediend werd op 4 juni 1974 koninklijke goedkeuring verkregen. Apollo was daarmee de eerste homojongerenvereniging die koninklijke goedkeuring kreeg en daarmee maatschappelijke erkenning. Dat het verkrijgen van koninklijke goedkeuring in die tijd voor homobelangenverenigingen geen formaliteit was blijkt wel uit het feit dat het COC slechts een jaar voordat Apollo koninklijke goedkeuring kreeg haar goedkeuring kreeg. Dit pas na twee afwijzingen in 1963 en 1967.

Nadat Apollo rechtspersoonlijkheid had gekregen kon Apollo subsidie aanvragen. Voor het eerst in het jaar 1975 werd subsidie van de gemeente Rotterdam verkregen. Het was daardoor mogelijk met name de meer externe activiteiten zoals voorlichting en publiciteit uit te breiden. Om deze activiteiten uit te voeren werden naast het bestuur een tweetal werkgroepen opgericht, in het begin werkgroep binnen-de-muren en die buiten-de-muren geheten. Afhankelijk van het aantal actievelingen in de werkgroepen opereerde men afzonderlijk of als één geheel. Binnen de-muren had de interne zaken als werkterrein en zorgde voor programma's en thema-avonden; Buiten-de-muren zorgde voor de voorlichting naar buiten toe: publiciteit op informatiemarkten, affiches, voorlichting op scholen, aan huisvrouwenverenigingen ed. Omdat ook het COC zich bezighield met voorlichting op scholen e.d. werd besloten tot samenwerking tussen Apollo en COC op dit terrein: een overlapping werd zo voorkomen.

Maatschappelijk werk

Nadat Apollo toen ze nog onderdeel waren van Ruimte konden beschikken over een maatschappelijk werkster werd aan de Vondelweg met wisselend succes een introductiegroep opgezet om nieuwe mensen, die voor het eerst op Apollo kwamen, vertrouwd te maken met het sociëteitgebeuren. Het bleek echter, dat zowel oude als nieuwe bezoekers soms met een deskundig iemand over zaken wilden praten, die voor hen een groter of kleiner probleem vormden. Omdat daarvoor de deskundigheid op Apollo ontbrak, werden via het consultatieteam homofilie van de GGD contacten gelegd met de stichting Maatschappelijk Werk Rotterdam.

Op 14 januari 1974 deden de maatschappelijk werkers Jacques Vermaat en Salomon Slier hun intrede. Dit was echter wel op proef, want de Stichting Maatschappelijk Werk Rotterdam had zo zijn bedenkingen over deze vorm van maatschappelijk werk. De maatschappelijk werkers waren in toerbeurt aanwezig op de vrijdagavond, ze woonden bestuursvergaderingen bij, begeleiden gespreksgroepen en vormingsweekenden en speelde een belangrijke rol bij het onderhouden van contacten met instellingen buiten Apollo. Daarnaast speelde ze een sleutelrol bij het opzetten en ondersteunen van de werkgroepen “Apollo buiten-de-muren” en “Apollo binnen-de-muren” in 1975.

In maart 1975 werd het experiment geëvalueerd. Het bestuur van Apollo pleitte ervoor bij de Stichting Maatschappelijk werk tot continuering van het maatschappelijk werk. Mede vanwege de expertise die de maatschappelijk werkers hebben bij het signaleren of iemand over iets inzit. Apollo krijgt haar zit. Als in de zomer van 1976 Jacques Vermaat Apollo verlaat is het vinden van een opvolger een lastig karwei. Hierbij speelde volgen Salomon Slier dan ook mee dat: “Veel collega's van mij het werken op Apollo toch niet helemaal zien zitten. In de zin van geen maatschappelijk werk voor aparte groepen. Dat maakt ze nog maar aparter”. Deze opstelling werd ook beaamt door de directeur van de Stichting Maatschappelijk Werk Rotterdam. Salomon ging door met zijn werkzaamheden. Vanaf 7 oktober 1977 komt Rosemary Majoor ondersteuning bieden. Echter met de Stichting Maatschappelijk Werk Rotterdam is echter wel afgesproken dat de totaal beschikbare tijd gelijk zou blijven waardoor de maatschappelijk werksters bij toerbeurt eens in de twee weken de soosavonden bezochten. Door het opleiden van de introductiegroep bij Apollo zou al gauw een lagere bezoekfrequentie mogelijk zijn. In 1978 werden de soosavonden nog maar eens per maand bezocht.

In februari 1979 beëindigd Salomon Slier na 5 jaar zijn werkzaamheden bij Apollo. Rosemary Majoor zette haar werkzaamheden voort. Alhoewel de nadruk hierbij minder lag bij het bezoeken van de soosavonden omdat Apollo's eigen introductie groep dit voor haar rekening nam had ze wel een belangrijke rol bij ondersteuning van de introgroep, ondersteuning bij gespreksgroepen en konden jongeren met problemen naar haar doorverwezen worden. Rosemary zou tot 1 maart 1994 verbonden blijven aan Apollo totdat dit vanwege bezuinigingen bij de Stichting Maatschappelijk Werk Rotterdam niet meer mogelijk was. Vanaf september 1994 zou rol van professionele ondersteuning ingevuld worden door Stichting Rotterdam Verkeert.

plattegrond Vondelweg 22

Crooswijkse jeugd

Vanaf zomervakantie in 1975 werden de soosavonden ook bezocht door hangjongeren uit de wijk Crooswijk. Ze kwamen niet voor Apollo maar “voor een tent waar ze pilsje konden drinken”. Dit vanwege het feit dat een lokaal buurtcentrum “De Arend en de Zeemeeuw” haar activiteiten op de vrijdagavond liet invullen door het Trefcentrum. De groep had echter vechtpartij veroorzaakt bij een van die avonden waardoor het Trefcentrum de vrijdagavond soos voor deze jongeren voorlopig gesloten had.

De eerste maanden waren er ondanks dat ze niet bijdroegen aan een gezellige sfeer er geen noemenswaardige problemen. Dit veranderde op 15 augustus 1975 naar woorden van Wim Boender: “Op een gegeven moment echter ontstonden er problemen over de betaling van de consumpties. Ze hadden gezien, dat sommige mensen hun drankjes op rekening kochten, dus dat wilden zij ook. Wij kenden hen echter niet, en wilden dat ze alles contant afrekenden. In ieder geval: ze voelden zich gediscrimineerd en toen ze op een gegeven moment zelf bier uit de ijskast wilden pakken, ontstond er uit het terugduwen van achter de bar vandaan een vechtpartij. Twee lichtgewonden waren het resultaat."

Wim Boender:"Na de eerste vechtpartij is er nog 2 keer trammelant geweest, waarbij één keer zelfs iemand met een hersenschudding in het ziekenhuis terecht kwam, getroffen door een barkruk. We besloten toen de deur dicht te houden en hen niet toe te laten - onder geen voorwaarde. Dat bleek beter uit te pakken dan ons soepele standpunt eerst. Als er een groepje bij de deur aanbelde, vroegen ze op een gegeven moment gewoon naar mij - ik werd als de leider Van Apollo gezien en ze dachten trouwens sterk in termen van leider en baas - waarna we in discussie gingen. Ze waren dan best vatbaar voor onze argumenten dat als zij weer binnen kwamen er weer trammelant van zou komen. Langzamerhand kwamen ze steeds minder, waardoor het probleem zich als het ware vanzelf oploste. Toen we middenin die tijd zaten, werd er druk gesproken over verhuizing van de soos, maar met het verdwijnen van het probleem verschoof dit naar de achtergrond."

Het sluiten van de deuren voor andere dan leden was ook geen optie omdat daarmee het open karakter van de vereniging verloren zou gaan en Apollo daarmee geen integratie van homoseksualiteit en heteroseksualiteit zou kunnen bewerkstelligen. Het primaire doel aan het begin van het bestaan van Apollo.

 

De Vondelweg 20

Vondelweg 20 net voor sloopDe Experience sociëteitsruimte was gevestigd in de Christelijke Prinses Irene-kleuterschool. Eind 1972 laaide bij de oudercommissie van deze kleuterschool de discussie op ten aanzien van deze soosruimte. Dit enerzijds vanwege principiële bezwaren: Een brand bij de nabijgelegen school en diverse gebroken ruiten welke werden toegeschreven aan Apollo en de HJG. Niet in de zin dat Apollo of de HJG de brand of gebroken ruiten zou hebben veroorzaakt maar in de trant dat minderheidsgroepen zoals Apollo en HJG agressie oproepen. Daarnaast had de oudercommissie praktische bezwaren tegen de aanwezigheid van de soosruimte. Dit vanwege ruimte gebrek bij de kleuterschool en overlast in de vorm van een vuile gang en rommel etc. Nadat de oudercommissie de bezwaren bij de gemeente had geuit werd er uiteindelijk gezamenlijk met de gemeente tot een oplossing gekomen. Apollo en de HJG verhuisde naar de achterzijde van het gebouw zijnde de Vondelweg 20. De Vondelweg 20 had een eigen ingang en zou zo geen overlast opleveren voor de kleuterschool. Na deze gezamenlijke oplossing verbeterde de relatie met de oudercommissie aanzienlijk. Op 20 maart 1978 ging de Vondelweg 22 dicht en startte de gemeente de verbouwing van de Vondelweg 20. Op 31 maart 1978 werd de nieuwe ruimte in gebruik genomen.

 

De eerste 10 jaar

In oktober 1978 bestond Apollo 10 jaar. Het 10-jarig jubileum werd uitgebreid gevierd. Op 2 oktober 1978 was er een open huis bij de soosruimte en daarna in de avond een discussieavond met het thema “integratie en wat doe je er zelf aan”. De dag erna was er in samenwerking met het Studium Generale een lezing op de Erasmus Universiteit (compex Woudenstein) door Geert Sanders georganiseerd die ging over het verschil in gevoelens tussen homo's en hetero's en het acceptatie-proces van de homo's. Op vrijdag 6 oktober werd middels een slotfeest het lustrum afgesloten met de Kid Lazy Band.

Bisschop Simonis

In het paasweekend van 1979 werden door Apollo-leden pamfletten verspreid bij diverse katholieke kerken in Rotterdam. Daarnaast deed Apollo mee aan een grote demonstratie op 14 april 1979 samen met zo'n tweeduizend andere homojongeren naar het bisschoppelijk paleis te Roermond.

De demonstratie en de pamflettenactie waren het gevolg van uitspraken van de conservatieve bisschop Simonis (destijds bisschop van Rotterdam) en de conservatieve bisschop Gijssen (destijds bisschop van Roermond) over homoseksualiteit. De opvatting luidde dat homoseksueel gedrag in strijd is met Gods wet en de scheppingsordening Verwoede pogingen om deze twee bisschoppen naar een moderne opvatting over homoseksualiteit te bewegen stranden. Zo werden in mei 1978 door Apollo informatiebrieven rondgestuurd aan alle kerken in Rotterdam. Naar aanleiding van negatieve reacties hierop van het Bisdom in Rotterdam en het Katholiek Centrum voor Welzijnsbehartiging (KCW) wordt door Apollo een gesprek met Bisschop Simonis gearrangeerd. Het gesprek vond eind 1978 plaats. De bisschop wou in het gesprek met enkele Apollo leden niet van zijn standpunt wijken en wees op het complementaire karakter van de man-vrouw relatie dat in de homoseksuele relatie zou ontbreken. Een andere antwoord van de bisschop op vragen van Apollo of hierdoor homoseksuelen niet de kerk uit gejaagd worden luidde: “Het zij zo, Christus is niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard”. Ondanks het feit dat naar zijn mening omgang met homoseksuelen besmettelijk werkt merkte de bisschop op dat hij geen politieagent bij de sociëteit zou zetten om katholieke jongeren te toegang te beletten. Als troost zei de bisschop: “Maar ik vind homoseksualiteit niet erger dan het gebruik van de pil”. Daarnaast verweet de bisschop de Apollo leden: “Jullie zijn intolerant, omdat jullie mij niet de vrijheid gunnen om homofilie af te wijzen”.

Deze reactie was voor de Apollo leden en leden van andere homojongerenverenigingen voldoende reden om actie te voeren.

Het Vijgeblad

In april 1979 verscheen het eerste nummer van het nieuwe verenigingsblad van Apollo zijnde Het Vijgeblad. Voor het Vijgeblad waren er wel ander (verenigings)bladen geweest maar die stierven na enkele nummers uit (Lulpraet) of kwamen niet verder dan het verzamelen krantenknipsels (De Knipselkrant, 1975 t/m 1979). Met het Vijgeblad kwam er een echt verenigingsblad. De redactie had dan ook voor ogen dat dit blad: “...zoveel mogelijk informatie die van belang is voor homo's, en dan niet alleen informatie over homofilie maar over alles waar de jonge homo mee te maken krijgt: wer, school, relaties, films, boeken en vergaderingen en daarnaast leuke of mooie verhalen en gedichten.” De eerste jaren werden de Vijgebladen gestencild en bestonden ze veelal uit kranten en tijdschrift knipsels en daarnaast bestuursnieuws zoals notulen van ledenvergaderingen. In latere jaren zouden er meer frivolere artikelen en rubrieken in het Vijgeblad verschijnen zoals de luchtige vraagbaak rubriek MOI. Ook zouden de voorpagina's en bijgaande posters soms behoorlijk expliciete tekeningen gaan vertonen hetgeen wel eens tot discussies binnen Apollo zouden leiden. Los van artikelen die soms tot een felle discussie konden leiden. Uit het Vijgeblad kwam in 1988 het homojongeren magazine Expreszo voort. Dit nadat er in totaal 58 nummers waren verschenen.