Pandloos Apollo
Medio 1985 besloot de gemeente het gebouw van het Trefcentrum een andere functie te gaan geven. Vanaf dat moment is het bestuur van Apollo in contact geweest met de gemeente voor het vinden van een nieuwe locatie voor de activiteiten van Apollo. De sluiting zou eind december 1985 gaan plaatsvinden. Eind 1985 was er nog steeds geen vooruitzicht op een nieuw pand. De gemeente had voor alle groepen die gebruik maakte van het Trefcentrum een nieuw onderkomen gevonden behalve voor Apollo. Vanaf 1 januari 1986 was Apollo daardoor ondanks alle beloftes van de gemeente pandloos geworden. Uit protest werd er op 10 januari 1986 nog een laatste 'illegale' soosavond gehouden in het Trefcentrum waarvoor ook de locale media was uitgenodigd.
De Josephstraat 32
Na enkele maanden pandloos geweest te zijn kreeg Apollo op 1 april 1986 het pand “Free” toegewezen aan de Josephstraat 32. Het pand was gevestigd in het Oude Westen vlak naast een grote speelplaats / hangplaats. De ruimte bestond uit twee verdiepingen. Onder was de soosruimte en boven was er nog een kantoortje. Zowel boven als naast Apollo waren woningen gesitueerd. Dit laatste zou gedurende het gehele verblijf op deze locatie voor geluidsoverlastproblemen leiden. Het
pand “Free” was eigendom van secretarie Onderwijs van de gemeente Rotterdam (tegenwoordig: afdeling Jeugd Onderwijs en Samenleving). Ondanks vele verzoeken van de aktiegroep het Oude Westen kreeg het pand geen onderwijsbestemming, mede door de teruggelopen leerling aantallen. Het pand werd toen in beheer gegeven aan de dienst Wijkaccomodaties (later de Dienst Recreatie Rotterdam), de verhuurder van Apollo.
Na een periode van verbouwen werd op 20 juni 1986 het pand feestelijk geopend door 2 raadsleden. De dag daarna gevolgd door een groot feest. De eerste maanden in het nieuwe pand vielen tegen qua bezoekers. De lange termijn vooruitzichten werden door het bestuur ook niet positief bevonden. Er was veel overlast van jonge (homo-onvriendelijke) buurtbewoners waardoor sommige bezoekers lastig gevallen werden en niet meer kwamen opdagen en waardoor vernieling en diefstal regelmatig voorkwamen. Daarnaast veroorzaakte de soosruimte van Apollo welke omringt was door woningen ook zelf overlast waarvoor Apollo niet zelf de financiële middelen had om dit te reduceren. Er werd serieus overwogen om samen te gaan met het COC. Het COC stond op het punt om te verhuizen naar de Schiedamsesingel. De zogenoemde Röntgenclub had het COC doorgelicht. Ook het COC was onzeker over haar toekomst. Op 23 oktober 1986 vond er een vergadering met het COC plaats om een eventueel samengaan te bespreken. Het COC adviseerde hier nog een goed over na te denken. Uiteindelijk is dit plan niet doorgegaan en begon Apollo te aarden op haar nieuwe locatie. De locatie werd bekender en bezoekers aantallen namen weer toe.
De start op de nieuwe locatie kende nog een groot probleem voor Apollo en dat lag op het gebied van financiën. De Josephstraat was het eerste pand waarbij Apollo de hoofdhuurder was. Bij alle voorgaande locaties was Apollo onderhuurder en gebruikte Apollo de locatie voor 1 of meerdere dagen. Als hoofdhuurder moest Apollo zorgdragen voor een kostendekkende exploitatie van het pand. Apollo (in samenwerking met de gemeente) moest op zoek naar medehuurders. Voor de jaren 1986 en 1987 zou de gemeente bijspringen om het tekort op te vangen. Per 1 januari 1988 zou Apollo dus huurders gevonden moeten hebben. Dit lukte niet. Sommige verenigingen vonden de locatie niet geschikt en andere verenigingen werden afgeschrikt vanwege het feit dat Apollo een homojongeren vereniging is. Ondanks de door de rijksoverheid opgelegde 'Brinkman' bezuinigen op welzijnwerk kreeg Apollo nog enkele overbruggingsjaren. Uiteindelijk lukte het in 1989 om een structurele onderhuurder te vinden zijnde de Vereniging van Gereformeerde Studenten te Rotterdam (VGSR). De VGSR zou uiteindelijk van 1 oktober 1989 tot en met de verhuizing van Apollo in 2000 onderhuurder blijven. Het feit dat er geen geschikte mede en onderhuurders werden gevonden wil niet zeggen dat het pand niet door externe werd gebuikt. Het pand is onder andere jarenlang de thuisbasis geweest voor de vergaderingen van de stichting Hoezo/Expreszo en de Expreszo redactie.
Jubileumjaar 1988
Een van de belangrijkste en wellicht ook drukste jaren in het bestaan van Apollo is 1988. het is het jaar dat het clubblad van Apollo “Vijgeblad” de geboorte inluid van Expreszo. 1988 is ook het jaar dat Apollo haar 20 jarig bestaan op grootste wijze vierde. Tot slot is 1988 het jaar waarbij Apollo landelijk in de aandacht komt vanwege het feit dat Apollo op komt voor twee van haar leden die geweigerd
worden bij dansschool De Klerk. Voor de geboorte van Expreszo wordt verwezen naar het kader “Expreszo geboren”.
Het jubileumjaar werd groots gevierd. Op 16 januari 1988 opent wethoudster Nel van der Pol (VVD) de tentoonstelling “Jong en Homo in Rotterdam” welke middels fotocollages een beeld schetste hoe het is om jong en homo te zijn in Rotterdam. De tentoonstelling werd op diverse bibliotheken in Rotterdam en bij het COC-Eindhoven getoond. De tentoonstelling zou enige jaren later opgeknapt worden en nog een keer tentoongesteld worden. Op 21 september 1988 werd een forum gehouden met de oprichters van Apollo. Het jubileum
jaar werd op 1 oktober 1988 spectaculair afgesloten met een Jubileumfeest in het Rijnhotel Rotterdam aan de Schouwburgplein. Op het feest waren optredens van Paul Haenen en Mathilde Santing. Op het feest werd ook het jubileumboek gepresenteerd van Peter Zwaal:
“Twintig jaar Jong Homo Apollo”. Het feest was een groot succesen werd bezocht door maar liefst 350 mensen.
Dansacademie de Klerk
Een groepje Apollo leden volgde danslessen bij dansacademie de Klerk. Deze danslessen vonden plaats in besloten danssessies. Toen twee leden op zaterdag 5 maart 1988 wilde oefenen op de vrije oefenavond waar alle leden van de dansschool vrij konden oefenen werden ze geweigerd door de dansschool. Dit omdat volgens de Klerk op deze avonden alleen jongen-meisje mogen dansen. Het Apollo bestuur vond dit achterhaald en kaartte dit aan bij de dansschool, de Nederlandse vereniging van dansleraren en in de media. Daarnaast besloot Apollo om bij de volgende oefenavond (12 maart 1988) pamfletten uit te reiken aan de bezoekers waarin deze discriminatie aan de kaak zou worden gesteld. Zonder uitleg van hoe en waarom werden de pamfletten door de politie in beslag genomen. De Apollo leden gingen verhaald halen bij het politiebureau (Noord). De dienstdoende politieagenten waren echter niet van plan de Apollo leden te woord te staan en binnen te laten: "Er wordt hier niet gefolderd, ik ben de baas en wat ze op het Haagse veer uitvoeren moeten zij weten, maar wij stellen hier de regels. Trouwens, het is bijna tien uur en ik wi1 naar huis." Uiteindelijk konden ze mede doordat andere mensen naar binnengingen toch naar binnen. Een andere functionaris zei dat de folders in beslag waren genomen vanwege vermeende orde verstoring. Voor het poltitieoptreden heeft de Burgemeester Bram Peper en de politie Rotterdam na vragen in de gemeenteraad excuses aangeboden.
De briefwisseling met de Klerk leidde tot niets. Er is een start gemaakt met een rechtsgang tegen de dansschool. Deze is echter later weer gestopt mede vanwege drukte rondom het jubileum jaar.
De gehele kwestie is echter breeduit in de media terecht gekomen: Trouw, AD, VPRO radio, NRC etc. Zelfs Frits Bom, de vakantieman, wou het standpunt van Apollo verdedigen...
Intermezzo
De periode dat Apollo vertoefde aan de Josephstraat kenmerkte zich door enkele terugkerende thema's. Onlosmakelijk verbonden met de jaren tachtig en begin jaren negentig was de ziekte AIDS die een sterke stempel drukte op de homoseksuele gemeenschap in die periode. De ziekte AIDS had een specifiek aandachtspunt in de voorlichtingsfunctie van Apollo in die tijd. Daarnaast is Apollo ook zelf keihard geconfronteerd met de gevolgen van de ziekte AIDS. In de verdieping AIDS Memorial Apollo zal ik daar dan ook verder op ingaan.
Een ander belangrijk terugkomend thema al vrijwel gelijk vanaf de start was het aantrekkelijker maken van Apollo voor meiden. Apollo was tot en met haar intrede in de Josephstraat altijd een bolwerk geweest voor mannelijke studenten. Het bestuur van 1987 zou een eerste stap zetten door een maandelijkse meisjesinloopavond te starten op de eerste zaterdag van de maand. Er was een extra ledenvergadering op 16 september 1987 voor nodig om dit goedgekeurd te krijgen. Eind 1988 werden de meisjesinloopavonden weer stopgezet vanwege tegenvallende bezoekersaantallen. Er kwamen speciale meidenactiviteiten en meidengespreksgroepen voor in de plaats. Ook deze vielen tegen zodat er uiteindelijk weer inloopavonden voor meiden op de 3e zondag van de maand kwamen. Kortom de eerste jaren lukte het niet om veel meer dan een klein groepje harde kern vrouwen in Apollo te krijgen. Het zou pas in 1995 lukken om echt het aandeel vrouwen binnen Apollo substantieel te vergroten. Vanaf die periode lukte het goed bezochte meidengespreksgroepen op te zetten en goedbezochte meidenactiviteiten te organiseren. Ook nam het aandeel van de vrouwen in het bestuur van Apollo medio de jaren negentig sterk toe.
Een ander punt wat zowat een thema werd voor Apollo is de Rijswoud affaire. Dit betrof de bovenbuurvrouw van Apollo welke op 8 april 1989 het pand van Apollo huurde voor een feestje. De feestje resulteerde in een enorme schade aan de inventaris, voor die tijd, van 645 euro. Naast de huur weigerde ze dit te betalen. Er werd een incassoprocedure gestart. Het zou tot en met 1996 duren voordat Apollo de schade hiervan verhaald had. De incassoprocedure werd onder andere vertraagd doordat bovenbuurvrouw plotsklaps verhuisd was in de tussentijd.
Een ander jaren negentig punt waren uitwisselingen. In 1990 worden contacten aangeknoopt met Jugendnetzwerk Lambda, ofwel de Berlijnse variant van Apollo. Eind november 1990 werd Apollo bezocht door een delegatie Lambda. Begin jaren negentig zouden er meerdere uitwisselingen plaatsvinden met Lambda, maar ook werden er contacten en uitwisselingen ge-organiseert met groepen uit Dresden, Liverpool en enkele Belgische groepen.
Aids Memorial Apollo
Medio jaren tachtig en in de jaren negentig stond de ziekte HIV/AIDS als het om veilig vrijen ging centraal. De ziekte kwam relatief veel voor onder homojongens en mannen omdat veilig vrijen daar niet altijd gemeengoed was. Tot ver in de jaren negentig waren er nog geen goede behandelingsmogelijkheden en betekende het krijgen van HIV vrijwel zeker dat dit in een AIDS fase zou overgaan met de dood tot gevolgd. Apollo heeft zeker vanaf medio jaren tachtig veel aandacht geschonken aan veilig vrijen en Apollo was vertegenwoordigd in vele AIDS-overleggroepen waaronder het AHOR (Aids Homo Overleg Rotterdam). Echter ook Apollo kende enkele slachtoffers aan deze ziekte. Twee hiervan wil ik onder de aandacht brengen:
Frans Stein (1960-1988)
René van Krimpen (1965-1992)
Frans Stein is penningsmeester geweest in het bestuur van 1982. De jaren daarvoor was hij defacto degene die de penningen van de vereniging bijhield. Hij heeft zich ook bezig gehouden met de ledenadministratie en het archief van Apollo. Vanaf 17 september 1987 wist hij dat hij Aids had. Tot zijn dood op 22 september 1988 heeft hij een boek geschreven: ’ Een half jaar AZT.’ Zes maal daags twee capsules. Dit boek staat nog steeds in de bibliotheek van Apollo. Hij werd slechts 27 jaar.
René van Krimpen kwam september 1984 in het Apollo bestuur als algemeen bestuurslid. In 1985 was hij secretaris en in het bestuur van 1986 was hij voorzitter. Met zijn eigenzinnige karakter heeft hij veel betekend voor het na jaren rondzwerven van een vast onderkomen aan de Josephstraat 32. Dat apollo daar terecht is gekomen is dan ook goeddeels aan hem te danken. Hij heeft Apollo jarenlang vertegenwoordigd in AHOR en zich beziggehouden preventie en voorlichtingsactiviteiten rondom AIDS. Volledige geïnformeerd zijn is geen garantie voor veilig gedrag hield hij iedereen voor. Zijn dood op 27 november 1992 gaf aan dat hij gelijk had. Hij werd slechts 27 jaar.
|
Een los plafond tegen geluidsoverlast?
Zoals eerder opgemerkt was het pand aan de Josephstraat onderdeel van een huizenblok. Het pand was niet goed geïsoleerd zodat regelmatig geklaagd werd en Apollo de buren moest paaien. Nadat de bovenbuurvrouw mevrouw Rijswoud was verhuisd kwamen er nieuwe bovenburen. De bovenburen klaagde regelmatig over geluidsoverlast bij de DCMR Milieudienst Rijnmond. Eind 1993 volgende er een bezoek van de DCMR en uiteindelijk in april 1994 deed de DCMR metingen bij de bovenburen. Hier kwam naar voren dat er teveel geluidsoverlast was de bovenburen welke met name het geschuif van stoelen hoorden. Na bijna anderhalf jaar getouwtrek bij de huisbaas werd op 11 september 1995 een geïsoleerd plafond geïnstalleerd. Dit hield niet alle geluidsoverlast tegen maar reduceerde de problemen wel. Met vol trots werd in de verantwoording over 1995 geschreven over het geïsoleerde plafond. De trots zou echter snel vergaan. Op maandag 22 april 1996 stortte het gehele plafond naar beneden. Dit met een enorme schade tot gevolg aan de gehele inventaris. De schade was bijna 3 duizend euro. Gelukkig waren er geen menselijke slachtoffers.
De schuld lag bij de aannemer die het plafond op onvakkundige wijze had gemonteerd. Na bemiddeling van de huisbaas, de Dienst Recreatie Rotterdam heeft de aannemer uiteindelijk de schade vergoed en het plafond hersteld.
De drankvergunning
In 1997 ging Apollo van start met een jong bestuur. De kennis omtrent de vergunningen was blijkbaar niet goed overgedragen door het vorige bestuur want in mei 1997 bleek bij een controle dat de vergunningen om een café te mogen 'runnen' waren verlopen. Naast een moest Apollo ook een drankvergunning bezitten. Dit betekent voor Apollo, dat alle bestuursleden ouder dan 21 moeten zijn conform de toen geldende wetgeving. In 1997 hadden echter drie van de bestuursleden nog niet de vereiste leeftijd bereikt. Ondanks veel gesprekken met politie, bureau bijzondere wetten en raadsleden was er niet heel snel een goede oplossing voor Apollo gevonden. Het zou pas tot de 2e helft van 1998 duren voordat het probleem opgelost was.
Het lustrum van 1998
Na het lustrum jaar 1988 zoals eerder aan bod kwam, volgende het lustrumjaar 1993 welke op 9 oktober 1993 werd afgesloten met een grandioos feest in het restaurant van de Euromast. In 1998 zou er weer een lustrum volgen welke ook weer de nodige (media) aandacht kreeg. Op valentijnsdag, ofwel 14 februari 1998, organiseerde Apollo een symbolische trouwerij op de Lijnbaan om het geregistreerd partnerschap onder de aandacht te brengen hetgeen vanaf 1 januari dat jaar mogelijk was.
Naast een receptie, reünie en fototentoonstelling werd het 1998-lustrum op 9 oktober 1998 in de DansSalon spectaculair afgesloten met het Stuiterbal. Op het Stuiterbal trad onder andere Edsilia Rombley op. Financieel was het Stuiterbal een grote gok, maar met maar liefst 500 bezoekers werd het Stuiterbal toch een groot succes.
Veiligheid in het Oude Westen?
Zoals reeds in de aanvang van het hoofdstuk opgemerkt is het Oude Westen van Rotterdam niet altijd de meest rustige deel van Rotterdam. Al vanaf de start in de Josephstraat 32 waren er twijfels bij het bestuur of dit voor Apollo en haar bezoekers een veilige plaats was. Bezoekers werden vaak lastig gevallen door minder tolerante allochtone hangjongeren. Daarnaast waren inbraken scheer en inslag. Vaak ook meerdere keren per jaar zoals in 1990 toen er drie inbraken waren. De laatste jaren in de Josephstraat lopen de treiterijen richting bezoekers en het ingooien van ruiten van de soosruimte zo hoog op dat blijven op de Josephstraat geen optie meer was...